Milica van Doorn werd in de nacht van 7 op 8 juni 1992 in de Zaanse wijk Kogerveld verkracht en met extreem geweld om het leven gebracht. De zaak bleef lang onopgelost. Pas in 2017 kwam er een doorbraak in het onderzoek, toen A. als verdachte in beeld kwam. Dat gebeurde na een zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek. Daaraan wilde A. zelf niet meewerken, maar zijn broer wel. Een in het lichaam van het slachtoffer gevonden spermaspoor wees A. als vermoedelijke dader aan.
Zogenaamd geheime relatie
Na een reeks wisselende verklaringen beweerde A. dat hij een geheime seksuele relatie met Van Doorn heeft gehad. Dat zou het spermaspoor moeten verklaren. Het hof veegt die uitleg resoluut van tafel: “Een volstrekt ongeloofwaardig verhaal, dat extra kwetsend is voor de nabestaanden van Milica.”
Ook strafrechtadvocaat Clarice Stenger hecht weinig waarde aan de verklaring van Hüseyin A., zoals in deze video te zien is:
De rechtbank legde A. in 2018 twintig jaar cel op. Hij ging daartegen in hoger beroep. Later wilde hij dat weer intrekken, maar dat accepteerde het hof in dat late stadium niet meer, in het belang van de waarheidsvinding en van de nabestaanden. Tijdens het proces bij het Amsterdamse hof bleef A. ontkennen. Hij hield vast aan een korte, vooraf opgestelde verklaring en wilde geen nadere vragen beantwoorden. Donderdag herhaalde hij, voorafgaand aan de uitspraak, dat hij niet de dader is.
Eerdere veroordeling
Het hof vond in beginsel twintig jaar cel op zijn plaats. Het rechtscollege moest bij het bepalen van de straf rekening houden met een eerdere veroordeling van A. en met het feit dat de zaak in hoger beroep langer heeft geduurd dan gewenst.